Dyslexie en de invloed van muziek

Muzikale training ondersteunt de behandeling van dyslexie. 

Muziek traint kanalen in de hersenen die een belangrijke rol spelen bij leren lezen. Tijdens de basisschool zijn de betrokken hersendelen sterk in ontwikkeling en daardoor extra gevoelig voor de training. Juist in deze periode kan muziek daarom optimaal bijdragen aan leesprestaties. Door de invloed op de ontwikkeling van het auditieve systeem raakt muzikale training bij kinderen aan primaire functies als luisteren, taalverwerving, leesvaardigheid en emotionele intelligentie. Muzikale training ondersteunt de behandeling van dyslexie. Deze trainingseffecten zijn laagdrempelig: ze treden al op bij extensieve muzikale activiteit. Intensievere muzikale training heeft nog bredere effecten, onder andere door verbeterde concentratie en een verhoogde integratie van hersendelen.

Taalproblemen behoren tot de meest voorkomende ontwikkelingsstoornissen. Zo’n twintig procent van de kinderen kampt met de vorming van lezen en schrijven. Kinderen uit deze groep met leesproblemen hebben vaak ook moeite met luisteren: hun hersenstam maakt bijvoorbeeld opvallend veel fouten bij het onderscheid van de aangeboden klanken ‘ba’, ‘da’ en ‘ga’.

Goed kunnen luisteren is essentieel om goed te leren lezen. De klanken in de taal zijn bewegelijk en lopen vaak in elkaar over: de ene ‘o’ en de andere ‘o’ kunnen flink van elkaar verschillen terwijl verschillende letters (de ‘o’ en de ‘oe’ bijvoorbeeld) in klank juist dicht bij elkaar kunnen liggen. Een kind dat start met lezen moet leren de juiste klankgrenzen te trekken.

Hoe lastig dat is kunnen we ons later nauwelijks meer voorstellen omdat volwassen hersenen de klanken meestal feilloos op de letters projecteren. We horen niet meer wat de oren daadwerkelijk registreren maar wat ze idealiter zouden moeten registreren. Gebrekkig luisteren kan een kind bij het koppelen van letters en klanken op een dwaalspoor zetten, waarmee het soms de rest van het leven blijft worstelen. Zelfs een relatief korte muzikale training van zes maanden kan het luisteren flink verbeteren en dus helpen om het probleem op te lossen.

Dyslexie is zeker niet alleen een auditief probleem. Dyslectische kinderen hebben meestal op meer vlakken moeite met automatiseren. De rode draad is een te geringe terugkoppeling vanuit de hersenschors naar de hersenstam. De leesproblemen zijn daarvan een symptoom waarbij het haperende auditieve systeem – het onvermogen om goed te luisteren – de directe oorzaak is. Vandaar ook dat achtergrondgeluid de problemen bij dyslectische kinderen versterkt zoals Franse onderzoekers in 2009 vaststelden.

Beter leren lezen en dyslexie voorkomen door focus op klank.

Kinderen waarvan de hersenen niet goed reageren op gesproken woorden, lezen slechter. Amerikaanse wetenschappers denken daarmee een biologische ‘marker’ voor dyslexie te hebben gevonden, en hopen met hoortoestelletjes dyslexie te kunnen voorkomen.

Onderzoekers van Northwestern University ontdekten een biologisch mechanisme dat een belangrijke rol speelt bij het lezen. Volgens hen is er een systematisch verband tussen de leesvaardigheid van bepaalde kinderen en de consequentie waarmee hun hersenen reageren op spraak. Ze registreerden de hersengolven van 100 schoolgaande kinderen terwijl hun leerkracht in de klas aan het vertellen was. Ze ontdekten daarbij dat de kinderen waarvan de hersenen het meest consequent reageerden op gesproken woorden, de beste lezers waren. En dat de kinderen waarvan de hersenen er het minst consequent op reageerden, het slechtst scoorden bij leesopdrachten.

Gelukkig betekende dit biologische verschil niet dat de kinderen waarvan de hersenen het slechts reageerden op spraak, gedoemd waren slecht te blijven lezen. De manier waarop hersenen reageren op spraak kan namelijk worden getraind. De kinderen kregen een toestelletje ter beschikking dat veel weg had van een gehoorapparaat. Door de leraar door een microfoon te laten praten die draadloos met de toestelletjes was verbonden, kwam zijn stem direct in het oor van de kinderen terecht. De hersenen van de kinderen die de toestelletjes gebruikten, reageerden consequenter op de spraakklanken, waardoor de kinderen beter begonnen te lezen.

Door de toestelletjes leerden de hersenen van de kinderen zich beter te focussen op de betekenisvolle woorden van de leraar en minder aandacht te besteden aan andere geluiden. Bij kinderen die het toestelletje een jaar lang hadden gebruikt, bleven de hersenen ook zonder hulp beter op spraakklanken reageren en bleven de kinderen beter lezen. De resultaten zijn volgens de onderzoekers een belangrijke vondst voor dyslectische kinderen waarbij leren lezen moeizaam gaat. ‘Het minder consequent reageren van de hersenen op spraak komt niet bij alle dyslectische kinderen voor, maar wel bij een groot aantal ervan’, zegt prof. Nina Kraus, die het onderzoek leidde. ‘Door beter het biologische mechanisme te begrijpen dat achter lezen schuil gaat, kunnen we ook beter begrijpen hoe normaal lezen in zijn werk gaat en beter ingrijpen waar het fout loopt.’ Het onderzoek staat in Journal of Neuroscience.